Dutch English French German Italian Japanese Russian Spanish

Login

Ik ben zo’n beetje halverwege mijn route van de dag, die van Haarlem naar Beverwijk loopt. Het is een deel van het Kustpad. Omdat één deel van de route niet lang genoeg is pak ik anderhalf stuk, waardoor ik op een kleine dertig kilometer uit kom.
Het was vanmorgen aardig druk in de trein met jongeren die Koningsdag gaan vieren in Alkmaar. In oranje gehuld, een biertje in de hand, en luid lallend namen bezit van de trein. Na Alkmaar is het al een stuk rustiger en ik stap uit op het station van Haarlem.
 
Vanuit het station zie ik meteen een sticker van de bewegwijzering, en volg deze. Maar na 300 meter gelopen te hebben ben ik direct de weg kwijt. Na flink zoeken kom ik een straat verder weer een rood/wit vlaggetje tegen. Het nadeel met deze stickers in de stad is, dat ze vaak overplakt worden met reclame sticker, of dat er een verkeersbord voor wordt gehangen. Het bijwerken van de bewegwijzering is niet gebruikelijk.
Het is dus een hele speurtocht in Haarlem, maar toch kom ik al vlot in Overveen terecht. Het is er een drukte van belang en ik zie van verre al de vrijmarkt opdoemen. Tot mijn grote pech moet ik hier overheen, en het krioelt van de mensen. Met een forse rugzak om is het lastig om me hier doorheen te maneuvreren, maar gelukkig mag ik halverwege afslaan.
Al snel kom ik in het bosgebied van Zuid-Kennemerland, waar mijn speurneus helemaal op de proef wordt gesteld, aangezien hier flink wat wegen voor het publiek zijn afgesloten. Via de GPS op mijn telefoon weet ik toch steeds weer op het oorspronkelijke pad terug te komen.
Vlak voor ik bij het Vogelmeer kom, zie ik een geknapte ballon liggen met een koortje en een kaartje er aan. Ik loop er naar toe, en zie dat het van een meisje is dat aan een ballonnen-wedstrijd meedoet. Direct komt in mij op om haar eens flink te laten winnen, en misschien de krant wel eens te kunnen laten halen. Ik ga het kaartje meenemen naar Japan, en het vanuit een dorpje aldaar terug te sturen.
 
Ik loop nu over een pad waar alleen wandelaars mogen komen, en er komt er één achterop gelopen. Als deze vrouw naast mij loopt spreekt ze me aan, en al snel vraagt ze me, of ze voor me tot de Here Jezus mag bidden. De vraag overvalt me een beetje, en als hij tot me doorgedrongen is geef ik haar aan dat dit goed is. Ik hou halt en de vrouw begint voor me te bidden, voor een behouden reis. Ik voel me erg vereerd, hoe onverwacht dit tafereel dan ook is.
Samen oplopend, praten we nog wat verder over het gebied waar we lopen, en de dieren die je hier kan vinden. Op een kruising staat haar fiets tegen een bankje. Ik bedank haar nogmaals waarna ze fietsend vertrekt.
 
Ik weet niet wat ik van het gebed verwachten mag, maar ik hoop op zijn minst dat ik wat minder problemen met het vinden van de weg en pijn in mijn voeten ga krijgen. Dat is toch niet al te veel gevraagd?
Uiteindelijk loop ik nog een keer helemaal verkeerd en moet via via, weer terug op het pad terug komen. Ik weet niet wat er wel niet gebeurt zou zijn als de lieve mevrouw niet voor me gebeden had?

Like me on Facebook