Dutch English French German Italian Japanese Russian Spanish

Login

Tweeëntwintig augustus is het zo ver en zijn we wereldberoemd in Fukuoka. In een programma van de regionale televisiezender zijn we het lijdend voorwerp ten overstaan van anderhalf miljoen Fukuokanen.
Het begon allemaal op het vliegveld. Na de landing en het ophalen van de bagage, gingen we even in de hal zitten om ons te organiseren, waarna we richting de stad zouden gaan. Jolanda moest nog even pinnen, terwijl ik alvast wat te drinken ging halen. Even verderop was een cameraploeg bezig met het interviewen van toeristen. Na twee jongens van de Nederlandse Shoestring groep waren wij aan de beurt. Met zes man kwamen ze op ons afgestormd. De interviewer begon in een zeer gebrekkig Engels tegen ons te praten. Welkom in Fukuoka, en dat hij de "Fukuoka guide" was, was nog enigszins te verstaan, maar daarna moest er een tolk aan te pas komen. De vraag was, of wij met ze mee wilden gaan zodat die clown van een presentator ons een aantal "Fukuoka famous spots" kon laten zien. Aangezien het nog maar negen uur was en we niet eerder dan om twee uur in ons hotel terecht konden, stemden we toe. Kans op een unieke ervaring, en dingen zien die je normaal gesproken niet zou ervaren.
Tien minuten later zaten we achter in een taxibusje met een draaiende camera voor ons snufferd. Tijdens het gesprek bleek de presentator behoorlijk wereldvreemd te zijn, en echt niets van het Engels te begrijpen.  Hij dacht dat Amsterdam een tempel was, en op zijn vraag wat een bekend Nederlands gerecht was hebben we met hutspot geantwoord.
Even later stopte we voor een klein poortje van een tempel. Ik heb al heel wat tempels gezien hier in Japan,  en deze was van het formaat dat de Japanners in hun achtertuin zetten. Na wat uitleg, voornamelijk door de tolk, gingen we een gebouw binnen, wat iets van een ryokan weg had.  We moesten de krekels in het bakje bekijken, en ooh, en aah roepen. De tempel is ter ere van een zeemeermin, Abu Dabutsu genoemd. Aan de muur enkele oude afbeeldingen van haar, en ...   een aantal botten. Het verhaal doet de ronde dat deze prachtige zeemeermin is aan gespoeld en stervend is aangetroffen. Het eten van vermalen zeemeermin botten zou volgen het verhaal geluk en voorspoed brengen. Samen met de presentator moet er gebeden worden. Tien maal "Namu Abu Dabutsu" ter ere van de zeemeermin, en na afloop voel ik de verlichting door mijn lichaam stromen. (Speciaal voor de camera en op verzoek)
Na een kopje macha,  groene thee, vertrekken we met de auto naar het volgende hoogtepunt van Fukuoka. Het is een kompetto makerij. Kompetto is een soort fondant achtige snoepjes die er uitzien als een centimeter groot kristal. Origineel is het afkomstig uit Portugal en ter promotie loopt er hier een meisje rond in een geel gekleurd stukje Portugees klederdracht.  Naast haar staat een schuimrubber ster die een snoepje moet voorstellen.
De camera draait weer, en we krijgen les in het kompetto maken van een oud vrouwtje. Zelf mogen we de smaak uitzoeken en de kleur. Groene kompetto met een perzik smaak wordt het. Na een kwartiertje is het klaar en gaat de cameraman verder met het maken van wat sfeerbeelden in het winkeltje. Ondertussen zijn er twee giechelende schoolmeisjes binnen gekomen die even later met een zakje kompetto weer vertrekken. Uiteindelijk krijgen we een "kompetto maak diploma" en onze zelfgemaakte kompetto mee.
Na het uitwisselen van adresgegevens,  en de belofte dat we een kopie van de uitzending of een link op YouTube krijgen, worden we netjes bij ons hotel afgezet. Het is ondertussen al 1 uur en hoeven ons nog maar een klein uurtje te vermaken voordat we steen kapot op ons hotel bed kunnen neerploffen. 

Het is half één en we zitten op Schiphol lekker aan de koffie. Over twee uur vertrekt wet vliegtuig pas, dus kunnen we rustig aan doen. Zonder enige vorm van tijd stress zijn we vanmorgen op het fietsje vertrokken richting het station. De stoptrein bracht ons zonder overstap of vertraging naar Schiphol.
Even inchecken en daarna de "drop off bagage" via de automaat inleveren. Het is een sport om hier een zo laag mogelijk gewicht op de weegschaal te verkrijgen. Als eerste zette ik mijn rugzak in het apparaat dat iets weg heeft van een hondenhok met aan de zijkant een tellertje van de weegschaal dat op begint te lopen. Als het tot stilstand komt  staat er het gewicht van wel 6,2 Kg op de teller! Dat betekend dat ik op de terugweg ruim 16 kilo aan troep mee kan nemen. Nu moet de label om de rugzak en gaat het het hek dicht, en mijn tas is onderweg naar Japan.
Maar dan geeft het apparaat een storing aan.  We kunnen mijn rugzak nog steeds zien liggen. Hij spartelt achter een hek, in een stukje niemandsland tussen Nederland en Japan. er komen allerlei gedachten in me op over de oorzaak, waarom mijn tas het land niet uit zou mogen. Dit keer zit er geen aansteker in, maar wel een zakmes. Zo ver ik weet heb ik ook geen uitstaande boetes of rekeningen die niet betaald zijn dus het zou toch goed moeten gaan. Als laatste schiet door mijn hoofd dat het misschien wel iets te maken heeft met het gewicht van mijn tas. Hij is te ligt. Ik heb last van ondergewicht!
Een behulpzame grondstewardes komt te hulp geschoten en zorgt er voor dat mijn tas weer terug komt. Ja, en nu?
Ik moet hem bij de balie aanbieden en dat geeft uiteindelijk geen probleem.
De tas van Jolanda, die precies 6 Kg weegt, en dat voor een vrouw, wordt zonder protest door het apparaat opgevreten. We zijn ingecheckt. Op naar de koffie.   

Like me on Facebook