Dutch English French German Italian Japanese Russian Spanish

Login

Vanaf twaalf uur regent het al pijpenstelen, en het ziet er niet meer naar uit dat het ophoudt vandaag. Ik sta samen met tweede Japanners even te schuilen bij een hokje. Mij ging het er meer om dat er hier een toilet is. Sinds de regen is begonnen moet ik constant pissen.  Ik durf al uren niets meer te drinken.
Een van de mannen geeft me een sinaasappel als ossettai en nog geen 5 minuten laten krijg ik er van de ander ook één, hij kan niet achterblijven.
Weet praten over waar we gaan slapen. Zij hoeven nog maar een kilometer voor ze bij hun hotel zijn en ik moet nog een kilometer of 5 door. Ik zie er nog geen probleem in, aangezien ik lekkerder loop nu mijn voeten nat zijn.
Na net iets te veel zoeken kom ik bij de plaats waar mijn minshuku zou moeten zijn, maar ... hij was er niet meer! Omkeren is geen is geen optie En kamperen bij dit weer, ook niet.
Ik moet dus door,  en met dit weer is dat geen pretje.  De moed zakt me in de schoenen, of wel Vibrams. De auto's scheuren langs me en ik voel me in het geheel niet prettig langs deze weg.  Daarbij komt dat ik ook nog voor het donker ergens onderdak moet vinden, anders ben ik echt het hert in de koplampen van de jager.
Ik ben de dertig kilometer gepasseerd en mijn voeten beginnen erg pijnlijk te worden. Ik betrap me er op dat ik het loopje van Arjan Robben begin aan te nemen, als hij weer eens een mislukte aktie maakt. Ik maak dezelfde grimas en trekkebeen ook zo.
Het is lastig om mijn route boek een beetje droog te houden maar onder een afdakje kan ik toch even kijken. Nog 4 kilometer voor ik in de bewoonde wereld kom, wat nog minstens een uur afzien betekent.
Mijn ogen worden vochtig, en dan niet alleen van de regen. Mijn poncho is nu mijn waardevolste bezit. Geestelijk afzien is toch nog zwaarder dan lichamelijk.
Na drie kilometer kom ik weer in de bewoonde wereld en ik langs iets dat op een zenkonyado lijkt, maar dit blijkt niet zo te zijn en ik moet dus nog verder. Op de kaart zie ik wel twee ryokans staan, maar daar moet je gewoonlijk wel op tijd binnen zijn.
Er rijdt een schoolmeisje langs en ik spreek haar in mijn beste Japans aan. Ik weet haar uit te leggen dat ik een ryokan zoek en tot mijn grote verbazing begrijpt ze het en loopt met me mee. Ze levert voor de deur af en ik kan haar wel zoenen, bij wijze van spreken.
Het strakke tijdschema van de ryokan kan me niets meer schelen. Ik zit droog, heb een bad en goed te eten. Dat is waar het leven om draait.

Like me on Facebook