We komen net in Havana aan en ik vond het al een beetje vreemd dat onze chauffeur niet de afslag naar Cienfuegos nam. Nu blijkt dat we moeten overstappen op een andere taxi, iets dat onze mede passagiers beter begrepen hadden maar zij is ook Spaans en dan is het iets gemakkelijker. Van een knappe en aardig moderne taxi stappen we nu over in een vrij krappe Lada. Waar ik op het eerste gedeelte nog mijn benen heerlijk kon strekken moet ik ze nu behoorlijk opvouwen.
Het is een beetje rommelig als we Havana uitrijden en bij een kruising stopt onze chauffeur om wat pinda’s te kopen en onze Spaanse haaibaai wil ook wat nootjes. Eerst wil Monfert niets hebben maar flikkert dan de CUC die onze Spaanse vriendin geeft op het dashboard neer. Er is iets van irritatie tussen de chauffeur en onze mede passagier ontstaan en dit belooft een leuke rit te worden.
Rond de kerst, oudjaarsavond en Día de la Liberación, wat op 1 Januari valt, is het in Cuba een traditie dat er varken wordt gegeten. Er is dan een levendige handel in varkens en onderdelen van deze mollige en knorrige diertjes met hun vrolijke krulstaartje. Ik had al wel gelezen dat het vlees aan het spit word klaargemaakt maar voor de kerst zijn het toch meer de onderdelen van het varken die je bij de slagerijen uitgestald zie. Misschien is het woord slagerij iets te veel van het goede. De pandjes waar het vlees verkocht wordt zijn bijna altijd leeg totdat er weer een geslacht beest binnenkomt en er door de straat geroepen wordt dat er weer vlees is. Iedereen komt aangelopen en gaat voorzien een plastic tasje met vlees weer naar huis. Het is een prima en goedkoop systeem voor de slager daar hij geen koelcel nodig heeft. Menig varkenskop gaat er over de toonbank.
Gisteren zijn we in Santiago de Cuba aangekomen met de Viazul bus na een vertraging van zo’n anderhalf uur, maar onze beloofde taxi stond netjes met een bordje Cornelis y Jolanda op ons te wachten. Reinaldo had het allemaal perfect voor ons geregeld, de stad Camagüey was niet zo veel in tegenstelling tot onze Casa welke echt perfect was en de eindafrekening bizar laag.
De Casa waar we nu zitten is een zoete inval. We hebben een kamer op de begane grond die aan de leefkamer / entree grenst. De gehele familie loopt hier in en uit maar het is heel erg duidelijk wie het hier voor het zeggen heeft, moeders! Voor het eten hebben we gisteren nog even de omgeving verkend op zoek naar een wifi-plaza. Aan het einde van de straat waaraan onze Casa ligt zijn de beroemde “Pico steps”. Wat hier zo bijzonder aan is weet ik niet en in de Lonely Planet kan ik hier ook niets over vinden behalve dat dit stukje weg zo stijl was dat er een trap gemaakt is?!
Cuba is een swingend land en in elke stad kom je muzikanten of bandjes tegen die op pleinen, in cafés, op terrasjes, in restaurants of gewoon op straat hun kunsten vertonen. Soms zit je op een terrasje iets te eten waar een gitarist bezig is met een serenade, wordt hij keihard omver geblazen door een 6 man sterke band met een versterker en een trompettist die zich van zijn meest trompettistachtige kant wil laten zien. Gitaristen zie je meestal alleen als een soort troubadour langs de terrasjes, van tafel tot tafel trekken, of met een extra zanger die daarbij ook nog wat percussiewerk op zich neemt met maracas, conga’s of claves. De bandjes variëren van vier mans formatie via de Buena Vista Social Club samenstelling tot een band van twaalf personen die we in Santiago de Cuba zijn tegengekomen.
Na 22 of 23 uur reizen, ik weet door de vermoeidheid niet meer precies hoeveel, zijn we dan eindelijk in Varadero aangekomen. De reis is tamelijk voorspoedig verlopen en tot de laatste overstap op Montreal was er zelfs helemaal niets te klagen. Nou ja, op de man voor en vrouw achter Jolanda na. Eéntje die lekker in haar rug zat te prikken en een die al meteen zijn stoel naar achteren zette, maar als dit alles was hadden we dus niet veel te klagen.
Tempel 84 heb ik gisteren al gedaan en vandaag kan ik dus, om de berg heen, naar tempel 85. Volgens de kaart is het er weer eentje die op een berg staat. Ook staat er een "Cable car" ingetekend. Ik ben bang dat het geen appeltje - eitje gaat worden. Het eindpunt van de dag heb ik bij een michi no eki gepland met uitzicht op een stuwmeer. Michi no eki zijn over het algemeen goede plekken om je tent neer te zetten aangezien ze alle voorzieningen hebben om te overnachten.
Maar eerst moet ik nog even deze puist naar 85 op. De aan loop is een vervelend kronkel weggetje terwijl ernaast een mooie strakke weg is. Maar route is route, en die heb je te volgen. Dan kom ik aan de voet van de berg en ik zie het treintje naar boven al staan. Ik vervolg mijn pad naar boven dat pittig stijl is. Na twee minuten zweet ik me al de pleuris. Na drie kwartier klimmen kom ik boven. Het water waar ik mijn handen mee reinig voelt heerlijk koel aan. Ik doe alles in slowmotion om een beetje bij te komen. Als ik even naar de toilet ga komt er net een wat oudere westerling de tempel binnen gelopen. Het is duidelijk een wandelaar en hij maakt een wat gehaaste indruk op mij. Als ik van de toilet terug kom bent hij tegen me te praten. Met een zwaar Frans accent begint hij er over hoe zwaar het wel niet is, en dat hij 30 dagen onderweg is. Het is een "Renro"!!! Dit is iemand die als een bezetene alle tempels afgaat om zo snel als mogelijk alle stempels op te halen. 30 dagen betekend 40 kilometer per dag, wat bijna een onmogelijke opgave is. Ik begrijp nu ook waarom hij zo moe is. Ik wens hem nog succes en vervolg mijn pad naar tempel 86.
Een kilometer of 5 verder zie ik mijn fietsende vrienden voorbijkomen. Fietsen is niet altijd sneller als lopen aangezien het met een fiets vaak lastig is een stijle berg te beklimmen. Je moet dan je fiets parkeren en verder naar de tempel lopen. Het is een beetje lastig de weg vinden hier. Er zijn een stel onverlaten bezig geweest om de bewegwijzering te verwijderen. Bijna alle stikkers zijn weggekrast.
Ik bereken een beetje wanneer ik die vrolijke Fransman weer tegen zou kunnen komen en als ik een bocht in draai komt hij via een alternatieve route vlak achter mij uit. Een halve kilometer later haalt hij me in en vraagt waar vanavond slaap. Hij blijkt tijdens zijn tocht nog al wat problemen gehad te hebben met overnachten. Dure ryokans of hotels. Of zelf helemaal geen slaapplaats. Met mijn tentje heb ik daar geen probleem mee ook al is het in dit gebied niet zo gemakkelijk een geschikte tentplek te vinden.
Frans is 68 en gepensioneerd. Vorig jaar heeft hij Santiago de Compostella gelopen met een groep en heeft daarna besloten om deze tocht te lopen.
Dan zegt hij mij te kennen van het Internet. Hij verteld dat hij daardoor geïnspireerd is door mijn trailer op YouTube. Hartstikke leuk, maar dit zijn niet echt het soort personen die ik zou willen aanzetten tot het maken van deze pelgrimstocht. Bij de volgende tempel zie ik precies hoe het gaat bij hem. Hij stuift het tempelcomplex op, loopt direct naar het kantoortje en haalt zijn stempel. Daarna is hij als de wiedeweerga vertrokken. Totaal geen respect voor de cultuur. Loop dan gewoon langs de tempel en maar er een foto van.
Tot tempel 87 blijf ik me hier druk over maken maar daar kom ik mijn fietsende vrienden weer tegen.
We praten nog wat met elkaar over waar we onze tocht eindigen en wanneer. Daarna gaan er nog wat ossettai over en weer en nemen wel definitief afscheid.
Om 4 uur kom ik bij mijn slaapplaats aan maar vindt dit eigenlijk veel te vroeg. Ik moet me dan nog een uur of vier zien te vermaken. Het alternatief is nog 10 km doorlopen, wat ik uiteindelijk ook doe.
Dit blijkt achteraf een van de slechtste beslissingen van mijn gehele pelgrimstocht te zijn. De laatste 10 kilometer naar tempel 88 gaan over een aantal bergen je aan het einde van een zeer warme en slopende dag niet wil trotseren. Het wordt een ware hel om voor het donker aan te komen. Ik blijf constant rekenen of het gaat lukken maar op het einde geeft de laatste berg het oordeel. Deze is zo stijl dat ik af en toe mijn neus tegen de rotsen moet drukken om niet achterover te vallen door het gewicht van mijn rugzak. De laatste 50 meter is een kale rots die me een half uur kost om te bedwingen. In de afdaling begint het schemerig te worden en ik kom een collega tegen die op een bankje in het bos gaat slapen. Hij vertelt me dat verderop nog zo'n bankje staat.
Ik kom op een uitzichtpunt met een stukje vlak terrein waar ik mijn tentje kan neerzetten. Ik heb het mooiste uitzicht dat ik op deze tocht heb gehad, op 500 meter voor tempel 88.
Ik sta voor de poort van de hemel.

Ik leerde Ichi gisteravond kennen als een norse Japanner, die al snel de tafel verliet, op het moment dat ik aanschoof om mijn zelf meegebrachte avondeten te nuttigen. Vanmorgen zag ik hem weer, op het moment dat ik me aan het klaar maken was voor vertrek.
Tempel 80 zit hier vlak om de hoek en ik hoef dus pas een paar minuten voor zeven te vertrekken, aangezien de tempels om 7 uur openen voor bezoek. Ichi zit ook in de hal van de ryokan en samen met de eigenaar komt er zowaar een gesprek op gang. In Japan is mijn naam sowieso al heel interessant aangezien ik hier "Lamboo-San" heet. Rambo is hier nog steeds immens populair dus de link is gouw gelegd. Lamboo-San uit Orranda is het.
Na wat over en weer vragen komen we er achter dat Ichi gisteren, bij twee jonge fiets-henro's, zat uit te rusten. Hij liep verder, en ik ben wat later, met die jongens de berg beklommen naar tempel 81. We lopen dus dezelfde volgorde, 81, 82, 80.
Als we vertrekken, denkt Ichi me wel even de weg te wijzen, maar dat is niet echt nodig. Bij het zoeken naar een slaapplaats heb ik de buurt hier al een beetje verkend.
Na de tempel lopen we een beetje achter elkaar aan en bij de Lawsons haal ik wat te eten. Ichi blijkt hier voor de deur te staan roken. Als ik weer verder loop komt hij achter me aan en begint zowaar tegen me te praten. De algemene dingen komen over tafel. Van mij wist hij dus al hoe ik heet en waar ik vandaan kom, maar Ichi komt uit Tokyo. Ichi is zijn voornaam, maar ik noem hem zo omdat zijn achternaam te lastig is. Zijn ouders waren trouwens niet al te creatief bij het verzinnen van namen, om je kind één te noemen. Waarschijnlijk heet zijn jongere zusje, Ni. Dit betekent 2!
Na verloop van tijd denk ik dat Ichi van me af wil. Hij vraagt of ik niet ergens langs de kant van de weg, in de schaduw, mijn ontbijt wil opeten.
Als ik dit afwijs plukt hij wat bessen van een boom. Hij eet er zelf eentje en geeft de rest aan mij. Ik eet er eentje maar hou hem goed in de gaten of hij de zijne niet uitspuugt. Hij probeert werkelijk alles om me kwijt te geraken.
Ik krijg geen raar gevoel in mijn maag dus het gaat allemaal goed. Ik ben hem even kwijt achter me, maar daar is hij weer! Als een volleerd imker probeert hij me nu uit te roken.
Een kwartiertje later wil hij weer gaan zitten. Nu bij mensen in de tuin omdat hij het tuinameublement op een henro rustplaats vind lijken! Als we even later op een bankje bij een restaurant dat pas over een uur open gaan zitten, komt te aap uit de mouw. Ichi is wat verslaafd aan sigaretten. Ieder kwartier moet er eentje opgestoken worden. Ik eet wat en Ichi maakt, al rokend, een praatje met de mevrouw van het restaurant die in schateren uitbarst als ze over de tuin verderop hoort.
Tussen de rustpauzes door moet hij tijd goedmaken en doet dit door flink door te stappen. Zelf houdt ik meer van een iets rustiger maar strak tempo zonder rust. Uiteindelijk kom je even ver uit, maar iets relaxter en minder vermoeid. Er beginnen me trouwens wel meer dingen op te vallen aan Ichi.
Hij is bijvoorbeeld knijter zenuwachtig of hij de goede weg wel heeft. Loopt dus constant in zijn boek te kijken en vraagt daarnaast ook nog eens, om de paar honderd meter, aan een voorbijganger of hij wel goed zit.
Een echte henro is hij ook al niet aangezien hij met zijn wandelstok (kongo-Zue) gewoon op een brug loopt te tikken. Dit doe je als henro niet omdat Kobo-Daishi wel eens onder die brug aan het rusten kan zijn en je hem dan wakker maakt. Ook doet hij bij de tempels alleen zijn gebeden bij de Hondo (grote hal) en niet bij de Daishido. De hal ter ere van Kobo-Daishi. En dan wel zijn boek laten aftekenen.
Als we het over de gehele tocht hebben bekend hij de saaie stukken met de trein en bus gedaan te hebben. De hooghartige man van gisteravond is voor mij diep door de mand gevallen!
Hij houdt een jongen op de fiets aan en vraagt of hij een foto van ons samen wil nemen. Hierdoor missen wel nog bijna de weg en de volgende tempel.
Om kwart over twaalf neemt hij al afscheid van me omdat hij naar een of ander luxehotel wil. Ik wens hem veel plezier en tik laat in de middag de volgende tempel nog aan.







