Het is niet gemakkelijk als Henro zijnde. Iedere dag een uur of tien wandelen tot je voeten er pijn van doen, en daarna een slaapplaats vinden. Normaal gesproken is dit niet zo'n probleem en ga je na een uur of drie in de middag die slaapplaats zoeken en stop je dan direct. Dit keer heb ik me een strak schema toebedeeld omdat ik maar twee weken vakantie heb. Het is dus niet zien waar ik uitkom maar keihard van punt naar punt lopen. Na drie dagen heb ik daar best wel spijt van. Het is hierdoor veel meer afzien dan goed voor een mens is. Hoeveel pijn kan een mens verdragen.
Door het afdalen van de eerste dag heb ik de bal van mijn voeten zo geforceerd dan ik nog geen 5 kilometer zonder pijn kan wandelen.
Dit jaar krijg ik uitermate veel aandacht van de Japanners. Al op Schiphol word ik al door verschillende personen aangesproken, of ik een Henro ben. Ook tijdens de overstap op Helsinki beginnen Japanners weer een gesprekje. Als ik op Kansai Airport de deur van het vliegveld naar buiten doorloop staat zo'n beetje het halve vliegtuig naar me te zwaaien en wensen ze succes. Het is best wel lachwekkend. Ook tijdens het lopen is die aandacht niet te stoppen. Ik word overstelpt met ossettai. Dit zijn giften van de mensen die ze aan een henro geven.
In de afgelopen dagen heb ik al 2 flesjes water, 4 flesjes frisdrank, een blikje icecoffee, een kopje thee, gepofte rijst, een zak zuurtjes, een beeldje, koekjes, een zak met koekjes en zuurtjes, en al drie keer 3 mega sinaasappels. Als je het gewicht van dit alles aga optellen is het niet te verwonderen dat ik bijna door mijn hoeven zak.
Op een gegeven moment loop ik met 6 sinaasappels in mijn rugzak en drie stuks in mijn handen. De oude mevrouw stond er op dat ik meeliep de boomgaard in en drie sinaasappels zou plukken. Ossettai mag je niet afwijzen, dus plukte ik ze maar. En daar loop je dan met drie kilo aan sinaasappels!!! Na een kilometer ben ik het gezeul wel een beetje zat, want je kan ze toch niet allemaal opeten. Ik besluit, om bij ieder wegaltaartje een sinaasappel te offeren. En zo ben ik in een mum van tijd mijn overgewicht aan sinaasappels kwijt.
Uiteindelijk maakt het niet veel uit. Ik heb nog evenveel pijn in mijn voeten. Ik wacht nog steeds op de eerste ossettai in de vorm van een voetmassage.

Ik loop even langs de Tsuyado van tempel 66, en hij ziet er verdomd goed uit. Het enige is, dat het pas half vier is. Veel te vroeg om al te stoppen voor vandaag. Ik wil nog een uur of twee doorgaan.
Vanmorgen begon het met flink wat regen en besloot om dus niet door het bos via tempel 65 te gaan. Deze heb ik immers vorig jaar al bezocht en kon zodoende een omtrekkende beweging maken, zodat ik later weer op de route aan kon sluiten. Hierna kwam de moeilijkste beslissing van de dag. Ga ik voor de oude route of via de, tegenwoordig meer gangbare, via de tunnel. Aangezien er twaalfhonderd jaar geleden ook geen tunnels Door deze erg liepen is mijn beslissing gemaakt. Het nadeel is alleen wel, dat het 2 Km langer is en via een slecht begaanbaar modderpad dat behoorlijk steil omhoog gaat.
Na een keer verkeerd gelopen te zijn en bij een boer aan de deur de weg gevraagd te hebben, was het een fantastisch plaatje.
Niet dat het uitzicht zo mooi was, want ik liep midden in de wolken, maar de mist in het bos gaf me het idee dat er elk moment een paar elfjes voorbij zouden kunnen komen vliegen. De Unpenji tempel was een prachtig gelegen tempel maar door de wolken bijna niet te ontwaren. Het pad tussen de main hall en de Daishi hall was daarintegen zeer fotogeniek door de mist.
Het pad naar beneden is flink stijl. De ruim 800 stijgingsmeters moet ik merendeels ook weer naar beneden, maar dan in 5 Km!!! Het begin stuk is geen probleem. Langs het pad staan 1000 manshoge beelden van de verschillende goden e.d.. Hierna word het elke 100 meter zwaarder. Na verloop van tijd kom ik op een open plek waar de zon door de wolken prikt. Ik rust wat uit op een bankje om mijn benen wat rust te geven aangezien mijn knieën begonnen te trillen van de druk.
Twee collega henro's komen langs, en wat uitgerust besluit ik niet al te ver achter ze aan te lopen om te kijken waar die gaan overnachten.
Aan het einde van de bosafdaling staan de heren me al op te wachten. Ze spreken beide geen Engels maar mijn Japans is goed genoeg om te begrijpen dat ze willen weten waar ik overnacht. Ik weet het nog niet aangezien ik het idee had om in de Tsuyado bij tempel 65 te slapen. Nu moet ik dus wat anders bedenken omdat ik tempel 65 allang voorbij ben. De jongste van de twee verteld me dat hij in de Minshuku overnacht, welke ik als alternatief in mijn hoofd had. Ik zeg hem dat ik met hem mee loop om te vragen of er nog plek in de herberg is.
Plek genoeg alleen kan ik geen avondeten krijgen aangezien de kok al bijna klaar is en ze hier alles vers en per persoon halen. Ik zie het niet zitten om verder te lopen en ga ik akkoord met alleen een ontbijt morgenochtend. Ik verlang naar bed, bad en brood! Ik heb nog wat koekjes en nootjes en daar red ik het wel mee. Als ik na het baden in mijn kamer zit wordt er geklopt. De mevrouw van de Minshuku heeft nog wat eten voor me gemaakt en het smaakt me heerlijk.

Nog een paar dagen voordat ik vertrek voor het laatste deel van mijn Pelgrimstocht in Japan. Naarmate het dichterbij komt, begint de spanning toch wel iets toe te nemen. Het wordt het deel in een drieluik waarbij de cirkel wordt gesloten en er een eind komt aan deze fantastische wandeling.
Afgelopen zaterdag heb ik mijn nieuwe Vibram five fingers nog even ingelopen. Al mijn spullen die ik voor de tocht nodig heb staan klaar om in mijn rugzak gestopt te worden en dan vlieg ik donderdag naar Osaka. Dan nog met de trein naar Iyo-Mishima waarna ik direct de bergen in trek voor tempel #66.

Het duurt niet al te lang meer voor ik naar Japan vertrek voor het laatste deel van mijn pelgrimstocht. Ik ben dus in volle training en de nodige kilometers vliegen om mijn oren. Zo liep ik vorige week nog twee dagen van Amersfoort naar Breukelen, met een overnachting op een camping in Hollandse Rading. Een heerlijke camping zonder franje, maar met een goede douche en een leuk eetcafé om de hoek. Het enige mindere was de temperatuur in de vroege ochtend die niet boven de drie graden kwam. Omdat ik volledig lichtgewicht bepakt ben, en dus ook mijn slaapzak niet al te dik is, heeft deze een “comfort” temperatuur van 15 graden en een “extreme” temperatuur van 11. Ik was dus multi extreme aan het kamperen. The iceman is hierbij vergeleken dus maar een watje.
Nu loop ik een stuk over het Noord-Holland pad. Dit is naar mijn mening een van de mooiste lange afstand wandelpaden van Nederland. Je loopt vooral door de polder, en over de dijken die door schapen worden bevolkt. Regelmatig kom je langs een prachtig bollenveld, en als je doordeweeks loopt kom je amper iemand tegen. Dit geeft een heerlijk gevoel van vrijheid en je komt lekker tot rust. Dan nog even wat eten in een klein pittoresk plaatsje met een naam waar je nog nooit van gehoord heb en je dag kan niet meer stuk.

Tweeëntwintig augustus is het zo ver en zijn we wereldberoemd in Fukuoka. In een programma van de regionale televisiezender zijn we het lijdend voorwerp ten overstaan van anderhalf miljoen Fukuokanen.
Het begon allemaal op het vliegveld. Na de landing en het ophalen van de bagage, gingen we even in de hal zitten om ons te organiseren, waarna we richting de stad zouden gaan. Jolanda moest nog even pinnen, terwijl ik alvast wat te drinken ging halen. Even verderop was een cameraploeg bezig met het interviewen van toeristen. Na twee jongens van de Nederlandse Shoestring groep waren wij aan de beurt. Met zes man kwamen ze op ons afgestormd. De interviewer begon in een zeer gebrekkig Engels tegen ons te praten. Welkom in Fukuoka, en dat hij de "Fukuoka guide" was, was nog enigszins te verstaan, maar daarna moest er een tolk aan te pas komen. De vraag was, of wij met ze mee wilden gaan zodat die clown van een presentator ons een aantal "Fukuoka famous spots" kon laten zien. Aangezien het nog maar negen uur was en we niet eerder dan om twee uur in ons hotel terecht konden, stemden we toe. Kans op een unieke ervaring, en dingen zien die je normaal gesproken niet zou ervaren.
Tien minuten later zaten we achter in een taxibusje met een draaiende camera voor ons snufferd. Tijdens het gesprek bleek de presentator behoorlijk wereldvreemd te zijn, en echt niets van het Engels te begrijpen. Hij dacht dat Amsterdam een tempel was, en op zijn vraag wat een bekend Nederlands gerecht was hebben we met hutspot geantwoord.
Even later stopte we voor een klein poortje van een tempel. Ik heb al heel wat tempels gezien hier in Japan, en deze was van het formaat dat de Japanners in hun achtertuin zetten. Na wat uitleg, voornamelijk door de tolk, gingen we een gebouw binnen, wat iets van een ryokan weg had. We moesten de krekels in het bakje bekijken, en ooh, en aah roepen. De tempel is ter ere van een zeemeermin, Abu Dabutsu genoemd. Aan de muur enkele oude afbeeldingen van haar, en ... een aantal botten. Het verhaal doet de ronde dat deze prachtige zeemeermin is aan gespoeld en stervend is aangetroffen. Het eten van vermalen zeemeermin botten zou volgen het verhaal geluk en voorspoed brengen. Samen met de presentator moet er gebeden worden. Tien maal "Namu Abu Dabutsu" ter ere van de zeemeermin, en na afloop voel ik de verlichting door mijn lichaam stromen. (Speciaal voor de camera en op verzoek)
Na een kopje macha, groene thee, vertrekken we met de auto naar het volgende hoogtepunt van Fukuoka. Het is een kompetto makerij. Kompetto is een soort fondant achtige snoepjes die er uitzien als een centimeter groot kristal. Origineel is het afkomstig uit Portugal en ter promotie loopt er hier een meisje rond in een geel gekleurd stukje Portugees klederdracht. Naast haar staat een schuimrubber ster die een snoepje moet voorstellen.
De camera draait weer, en we krijgen les in het kompetto maken van een oud vrouwtje. Zelf mogen we de smaak uitzoeken en de kleur. Groene kompetto met een perzik smaak wordt het. Na een kwartiertje is het klaar en gaat de cameraman verder met het maken van wat sfeerbeelden in het winkeltje. Ondertussen zijn er twee giechelende schoolmeisjes binnen gekomen die even later met een zakje kompetto weer vertrekken. Uiteindelijk krijgen we een "kompetto maak diploma" en onze zelfgemaakte kompetto mee.
Na het uitwisselen van adresgegevens, en de belofte dat we een kopie van de uitzending of een link op YouTube krijgen, worden we netjes bij ons hotel afgezet. Het is ondertussen al 1 uur en hoeven ons nog maar een klein uurtje te vermaken voordat we steen kapot op ons hotel bed kunnen neerploffen.
Het is half één en we zitten op Schiphol lekker aan de koffie. Over twee uur vertrekt wet vliegtuig pas, dus kunnen we rustig aan doen. Zonder enige vorm van tijd stress zijn we vanmorgen op het fietsje vertrokken richting het station. De stoptrein bracht ons zonder overstap of vertraging naar Schiphol.
Even inchecken en daarna de "drop off bagage" via de automaat inleveren. Het is een sport om hier een zo laag mogelijk gewicht op de weegschaal te verkrijgen. Als eerste zette ik mijn rugzak in het apparaat dat iets weg heeft van een hondenhok met aan de zijkant een tellertje van de weegschaal dat op begint te lopen. Als het tot stilstand komt staat er het gewicht van wel 6,2 Kg op de teller! Dat betekend dat ik op de terugweg ruim 16 kilo aan troep mee kan nemen. Nu moet de label om de rugzak en gaat het het hek dicht, en mijn tas is onderweg naar Japan.
Maar dan geeft het apparaat een storing aan. We kunnen mijn rugzak nog steeds zien liggen. Hij spartelt achter een hek, in een stukje niemandsland tussen Nederland en Japan. er komen allerlei gedachten in me op over de oorzaak, waarom mijn tas het land niet uit zou mogen. Dit keer zit er geen aansteker in, maar wel een zakmes. Zo ver ik weet heb ik ook geen uitstaande boetes of rekeningen die niet betaald zijn dus het zou toch goed moeten gaan. Als laatste schiet door mijn hoofd dat het misschien wel iets te maken heeft met het gewicht van mijn tas. Hij is te ligt. Ik heb last van ondergewicht!
Een behulpzame grondstewardes komt te hulp geschoten en zorgt er voor dat mijn tas weer terug komt. Ja, en nu?
Ik moet hem bij de balie aanbieden en dat geeft uiteindelijk geen probleem.
De tas van Jolanda, die precies 6 Kg weegt, en dat voor een vrouw, wordt zonder protest door het apparaat opgevreten. We zijn ingecheckt. Op naar de koffie.
Twee jaar geleden hebben we er maanden over gedaan om de juiste spullen van de juiste materialen bij elkaar te vergaren. Kleding was daarbij nog wel een van de moeilijkste punten. Een lang koud trainingsseizoen maakte dit alleen nog maar moeilijker aan gezien we toen in juli en augustus gingen lopen.
Dit jaar kon ik dus alles zo uit de kast trekken. Het allemaal zijn dienst al bewezen onder de extreme omstandigheden en ik was dus zo klaar.
Toch nog maar even alles checken en passen. Er is de laatste jaren veel gebeurt in mijn leven maar ook met mijn lichaam. Ik had al een donkerbruin vermoeden, daar ik mijn broeken, maatje 28 eigenlijk niet meer goed dicht kreeg. Mijn wandel korte broek is maatje 176 en ik moet flink trekken om deze over mijn reet te krijgen. Dan moet er ook nog een moneybelt onder! Dit gaat een ramp worden. Ik hou me maar vast aan de gedachte dat ik nog wel iets af zal vallen door het wandelen, maar als de trainigsperiode in het water valt Door een blessure begin ik hem toch wel te knijpen, en die broek ook.
Als een gestopte worst begin ik mijn eerste dagen van de Henro tocht, maar ik merk dat na een weekje mijn broek perfect zit. Er is een kilootje of 5 van af en er zijn zowaar weer iets van spieren te zien.
Naarmate de reis vordert zit alles steeds beter, op de rugzakband om mijn middel na. Die kan niet meer strakker waardoor hij flink aan mijn schouders trekt. De laatste week krijg ik een nieuw probleem. Mijn wandelbroek zakt van mijn reet. Vooral tijdens het beklimmen van een berg loop ik als een vrouw, om de haverklap mijn broek op te hijsen.
Ik voel me wel weer een stuk beter in mijn vel zitten, lichamelijk en geestelijk. Dat is ook waar het allemaal om begonnen is.






