Dutch English French German Italian Japanese Russian Spanish

Login

Shikoku Pilgrimage

Twee jaar geleden hebben we er maanden over gedaan om de juiste spullen van de juiste materialen bij elkaar te vergaren. Kleding was daarbij nog wel een van de moeilijkste punten. Een lang koud trainingsseizoen maakte dit alleen nog maar moeilijker aan gezien we toen in juli en augustus gingen lopen.
Dit jaar kon ik dus alles zo uit de kast trekken. Het allemaal zijn dienst al bewezen onder de extreme omstandigheden en ik was dus zo klaar.
Toch nog maar even alles checken en passen.  Er is de laatste jaren veel gebeurt in mijn leven maar ook met mijn lichaam. Ik had al een donkerbruin vermoeden, daar ik mijn broeken, maatje 28 eigenlijk niet meer goed dicht kreeg. Mijn wandel korte broek is maatje 176 en ik moet flink trekken om deze over mijn reet te krijgen. Dan moet er ook nog een moneybelt onder! Dit gaat een ramp worden. Ik hou me maar vast aan de gedachte dat ik nog wel iets af zal vallen door het wandelen, maar als de trainigsperiode in het water valt Door een blessure begin ik hem toch wel te knijpen, en die broek ook.
Als een gestopte worst begin ik mijn eerste dagen van de Henro tocht, maar ik merk dat na een weekje mijn broek perfect zit. Er is een kilootje of 5 van af en er zijn zowaar weer iets van spieren te zien.
Naarmate de reis vordert zit alles steeds beter, op de rugzakband om mijn middel na. Die kan niet meer strakker waardoor hij flink aan mijn schouders trekt. De laatste week krijg ik een nieuw probleem. Mijn wandelbroek zakt van mijn reet.  Vooral tijdens het beklimmen van een berg loop ik als een vrouw, om de haverklap mijn broek op te hijsen.
Ik voel me wel weer een stuk beter in mijn vel zitten, lichamelijk en geestelijk. Dat is ook waar het allemaal om begonnen is.

We zitten samen op een bankje voor de Family Mart. De afgelopen dagen zijn we elkaar vaak tegengekomen. De ene keer bij een tempel. Dan weer bij een rustplaats, en gisteren nog bij de ingang van het hotel.
Ik vraag hem welke van de twee wegen het beste is om te nemen naar mijn laatste tempel. Hij adviseert me de weg door het bos te nemen, aangezien deze minder stijl omhoog gaat. Dan vraagt hij me of ik dat vandaag nog ga doen, omdat hij dit voor morgen gepland heeft. Ik bevestig dit en vertel hem dat het mijn laatste wandeldag is. Morgen ga ik ik terug naar Osaka. Hij heeft nog 25 dagen de tijd om zijn pelgrimstocht af te maken. De Lucky basterd!
Dit soort gesprekken heb ik bijna iedere dag wel gehad. Mede pelgrims, bijna allemaal Japans, die even met je praten over de reis. Het zijn voornamelijk oudere mannen van in de zeventig met een schat aan ervaring. Het is geen uitzondering als ze de tocht al een keer of 8 hebben gelopen. Dit is gemakkelijk te herkennen aan de kleur van hun Osame fuda (wenskaartje/visitekaartje). Wit is 1-4 keer, dan groen voor 5 tot 7 en rood voor 8 tot 24 keer.
Een heel enkele keer zie je een gouden kaartje in de kist liggen van iemand die hem tussen de 50 en 99 keer heeft gemaakt en 1 keer zag ik een geborduurde van iemand die de tocht al meer dan honderd keer heeft gemaakt!
Een van mijn eerste henro vrienden kampeerde naast me en was 74 jaar oud. Rugzakje om, tentje erin en wat kleding. Meer had hij niet nodig. Prachtig om te zien. Ik heb een aantal avonden met hem gesproken, maar toen de gesprekken hetzelfde bleven door de taalbarrière besloot ik een dag 5 Km minder te lopen zodat we elkaar niet meer op de slaapplaatsen zouden ontmoeten. Hierdoor kwam ik wel weer nieuwe personen tegen. Weer een oud mannetje die me goede adviezen gaf en een slaapplaats regelde terwijl de ryokan vol zat. Ik trok een paar dagen met Osaka op maar liet hem achter nadat hij begon te zeuren over mijn belabberde Japans.
Ik doe mijn andere vrienden tekort Door ze niet te noemen maar het waren er velen aan wie ik veel dank verschuldigd ben omdat ze me Door deze loodzware 3 weken hebben geholpen en er een prachtige ervaring van gemaakt hebben.
Domo Arrigato gozaimasu!

Tempel 60 stond in mijn planning als een lastige. Hij ligt ergens verscholen in het bos met een aanloop van 10.8 kilometer, en terugweg van 9.6 kilometer, tot de bewoonde wereld. Ik zou dus net hier voor een slaapplaats moeten hebben om lekker uit te komen aangezien de tempel ook nog eens op een berg staat.
Dit uitkomen zat er niet in, en ik heb geslapen in een flink overprijst hotel aan de zee. De afstand tot de aanloop naar tempel 60 bedroeg nu zo'n 14.5 km. Gelukkig stonden er een aantal schuilhutten aangegeven op de kaart zodat ik daar zou kunnen slapen.
Tot de aanloop ging het wandelen erg goed. Bij de laatste supermarkt heb ik twee maaltijden en wat noten en drinken ingeslagen. Bij het inpakken van dit alles sprak een oud mannetje me aan, en vroeg of ik lopend omhoog ging of met de bus. Hij begon hierna een heel verhaal af te steken waarvan Ik begreep dat de klim wel 5 uur zou duren. Ik knikte van ja en dat ik dat wist om van hem af te komen. Ik wilde beginnen!
Toen hij zijn auto in stapte en vertrok,  pakte ik nog even de kaart erbij. Ik controleerde de hoogte meters even en kwam er achter dat het wel erg stijl zou worden. 500 meter stijgen in twee kilometer begint toch echt meer op stijlen wand klimmen te lijken.  En dat met een rugzak van 16 kg om je nek.
Het begin van de beklimming was gelukkig over een doodlopende weg waardoor er weinig verkeer langs kwam. Toch liep het stijgingspercentage af en toe op tot boven de 15 graden, volgens de verkeersborden. Omdat het dus nog gewoon een asfalt weg was wilde ik wat tempo maken om toch maar boven te komen, en weer zo ver mogelijk naar beneden.
Nu zit ik bij de rusthut voor het laatste gedeelte van de klim. Het is nog maar 2.2 kilometer en ik heb nog twee uur de tijd om boven te komen. Van een ouder stel mag ik even voor om mijn flesje te vullen met zuiver water uit de bergen. Zij vullen twee kratten met 1.5 literflessen. Ik drink het flesje alvast leeg en zie verschillende mensen met hun berguitrusting, en badend in het zweet naar beneden komen.
Ik begin door te krijgen dat dit wel eens de zwaarste klim van de tour kan worden. Snel eet ik nog wat pinda's en nootjes voor de lange energie, en ik vul mijn flesje nog even bij.
Het begint met een stukje trappen lopen.  Dit is pittig voor de bovenbenen maar goed te doen. Het is goed vochtig in het bos en dat maakt het pad best glibberig nu de trap is vervangen door een weggetje van keien. Het zweet druipt van mijn voorhoofd en het handboekje om mijn nek bied uitkomst.Toch kan ik niet voorkomen dat het zweet prikkend in mijn ogen terecht komt.
Iedere stap die ik zet wordt het zwaarder. Op sommige stukken moet ik zo ver voorover buigen dat mijn neus bijna op mijn knieën komt. Hierdoor ligt mijn rugzak horizontaal op mijn rug en voorkom ik dat ik achterover val, wat me toch al een paar keer bijna gebeurt is. Ik kom langs twee tegenliggers die gezellig een praatje met me willen maken. Ik vervloek ze op dit moment, maar blijf beleeft en knoop een gesprek met ze aan. Waar ik vandaan kom, en of ik geen Amerikaan ben. Nee, ik kom uit Hollanda. De vrouw is waarschijnlijk geschiedenis leraar aangezien ze meteen tegen haar man over Denshima begint. Als een oud, hijgend paard sta ik daar, en wil alleen maar verder. Of niet!
Ik zeg ze gedag en smeer hem snel voor ik hier nog 10 minuten sta. Nu gaat het pas echt los. Mijn poriën springen nu open, tot een standje waar de muskieten zo naar binnen kunnen vliegen. Het zweet kriebelt langs mijn benen alsof het een kolonie mieren is. Het pad is niet breed, maar ik ben in staat om van links naar rechts hier overheen te zwalken. Ik maak nog amper een kilometer in het uur. Om de honderd meter staat er een rood paaltje met de afstand die je hebt geklommen. In het begin vond ik deze paaltjes nog handig maar nu haat ik ze. Bij 1500 meter geef ik zelfs een schop tegen zo'n paaltje waarbij ik een vreselijke pijn in mijn tenen voel en het paaltje me lachend aankijkt.
Die pijn in mijn voeten is er sowieso. De bal van mijn voeten is volledig verkrampt en regelmatig voel ik diep steken alsof er spijkers doorheen geslagen worden. Bijna strompelend en volledig uitgeput kom ik bij het paaltje 2200m.  Tot mijn grote verbazing ben ik er nog niet. Het klimmen is dan afgelopen maar ik moet nog een paar honderd meter verder. Gelukkig is de tempel wel mooi.
Aan de achterzijde zie ik mensen omhoog komen zonder ook maar één zweetdruppel op hen voorhoofd. De bus staat even verderop geparkeerd.

Ik ben net vertrokken van mijn kampeerplaats bij Uchiko en het begint een beetje te spatten. Er hangen donkere wolken boven mijn hoofd, en ik heb het idee dat het vandaag wel eens een regen dag kan gaan worden. Ik heb gisteravond al mijn ontbijt geregeld en kan dus flink doorlopen de eerste uren, maar de regen wordt mijn grootste spelbreker.
Af en toe voel ik wat spatjes en dan is het weer droog. Mijn poncho heb ik bij de hand en de plastic beschermhoes zit al om mijn hoed. In een bushokje eet ik snel even wat en trek toch maar mijn poncho aan. Het wordt al snel weer droog, waarna ik me kapot zweet. Toch maar weer uittrekken dus!
Dit gaat tot een uur of twaalf zo Door tot ik geen zin meer heb om hem aan te trekken. Je zult het net zien, maar dit is het moment dat het doorgaat met regenen. Binnen een mum van tijd stopt het met zachtjes regenen en gaan de sluizen van de hemel open.
Het voordeel van regen is, dat het je voeten koelt en dat is best lekker op je vibrams.
Ik loop flink Door de bergen en de wegen beginnen af en toe op wilde rivieren de lijken.
Even uitrusten doe je niet in dit weer, dus maak je flink wat kilometers.
Als ik uiteindelijk in Kuma Kogen aankom, zitten alle hotels vol!
Ik ben genoodzaakt om mijn tentje op te zetten, maar vindt gelukkig nog wel een Henro afdakje waaronder hij kan staan. Met een frisdranken automaat en een toiletgelegenheid hoor je me niet meer klagen. Oké, het was een onwijs zware dag waarbij het huilen je nader staat dan het lachen, maar de etappe is toch weer volbracht.
In de nacht wordt ik regelmatig wakker omdat ik het vreselijk koud heb. Dat is me nog niet eerder voorgekomen. Om gewicht te besparen heb ik geen  luchtbed mee, maar alleen een aluminium matje. In de ochtend kom ik achter de oorzaak. Er hangt een ochtend mist met een zicht van amper 25 meter. Van de kou moet ik naar de wc, en ik ga op een heerlijke, elektrische verwarmde toiletbril zitten. Ik blijf extra lang zitten om een beetje door te warmen.

Like me on Facebook